Keurtekens

vind alle tekens in goud en zilver.voordat u uw goud koopt of verkoopt

   
Home
Keurtekenplaat
Nederland
België
Cyprus
Denemarken
Estland
Frankrijk
Engeland
Ierland
Polen
Spanje
Finland
Hongarije
Kroatië
Waarborgwet
CCM / conventie keur
Koers
Munten
Links
 
 

Inleiding toetssteenmethode

Toetsen met de toetssteen is een methode waarmee aangetoond kan worden of een metaal edel of onedel is. Ook het gehalte aan edelmetaal kan met de toets bepaald worden zonder dat het voorwerp beschadigt. Deze methode werd in een simpele uitvoering al in de oudheid door onder andere de Egyptenaren gebruikt om vervalsingen te ontmaskeren. De methode kan beschouwd worden als een combinatie van vergelijking van kleur en van chemische resistentie tegen zuuraantasting. Het op de toetsteen aangebrachte edelmetaal van onbekend gehalte wordt vergeleken met dat van een bekend gehalte. Aan het verschil in kleur en aantasting kan een conclusie omtrent het gehalte verbonden worden. Het toetsen is eenvoudig in uitvoering, maar voordat er een correcte conclusie over het gehalte van een voorwerp kan worden genomen, is veel ervaring vereist. Benodigdheden bij het toetsen zijn: toetsnaalden (waarvan het gehalte nauwkeurig bekend is), een toetssteen (lydiet), toetszuren en voldoende, liefst noorderlicht. Voor een toets kan worden uitgevoerd, moet het te toetsen voorwerp plaatselijk licht aangevijld worden om evt. opperlagen te verwijderen. Deze kunnen de toetsuitslag namelijk sterk beïnvloeden.

De zilvertoets

De zilvertoets bestaat uit twee onderdelen: met behulp van zuur kijken of er zilver in het voorwerp zit en door kleurvergelijking het gehalte bepalen. Voor het eerste moet het voorwerp goed aangevijld worden om een evt. opperlaag te verwijderen. Er wordt een toetsstreek van precies dat aangevijlde plekje op de toetssteen gezet. Als er nu zilverwit toetswater op de streek wordt aangebracht, ontstaat er een blauw-witte neerslag als het voorwerp zilver bevat. Als het voorwerp onedel is, verdwijnt de toetsstreek volledig. Om het gehalte te bepalen wordt gebruik gemaakt van kleurvergelijking. De toetsstreek van het (aangevijlde) voorwerp wordt ingesloten door toetsstreken van de zilvernaald van het vermoedelijke gehalte. Door goed de kleuren te vergelijken kan nu het gehalte bepaald worden. Hoe geler de toetsstreek, hoe lager het gehalte. Dit wordt veroorzaakt door de bijzet van koper aan het zilver. Vaak is er meer dan een toetsstreek nodig om het juiste gehalte te bepalen.




De goud/platinatoets

Er wordt een toetsstreek van het plaatselijk aangevijlde voorwerp op de toetssteen gezet door het voorwerp stevig over de toetssteen te wrijven. Daarnaast wordt een streek van de toetsnaald gezet waarvan de kleur en (vermoedelijk) het gehalte overeenkomen met de streek van het voorwerp. De twee toetsstreken worden nu nauwkeurig op kleur vergeleken. Komt de kleur niet overeen, dan wordt er met een andere toetsnaald een nieuwe streek naast gezet. De streek van het voorwerp staat nu in het midden. Vervolgens wordt er met een glazen staafje een druppel toetszuur van de juiste sterkte (overeenkomend met het vermoedelijke gehalte) op de streken aangebracht. Onmiddellijk na het opbrengen van het toetszuur wordt een glazen staafje met een druppel water gepakt. Op het moment dat het verschil van inwerking van het zuur op de toetstreken het grootst is (bij platina na verwarming van de toetssteen), wordt de chemische reactie gestopt door de druppel water aan het toetszuur toe te voegen. De toetsstreken worden voorzichtig met een papieren tissue afgedept. Nu kan het resultaat grondig bekeken worden. De toetsstreek waarop het zuur het minst heeft ingewerkt, is het hoogst van gehalte.


Cupellatie (goud) en potentiometrische zilvertitratie.

Inleiding (zilver)

Bij menig internationaal laboratorium in de goud- en zilverindustrie, wordt het zilvergehalte in legeringen geanalyseerd d.m.v. de potentiometrische zilvertitratie. Door de grote nauwkeurigheid, de snelheid en de eenvoud van de methode is dit internationaal de standaard methode om het zilvergehalte te bepalen en als zodanig ook beschreven in een internationale norm. De methode wordt toegepast op zilverlegeringen die gebruikt worden voor sieraden en gebruiksvoorwerpen. In aangepaste vorm kunnen echter ook fixeer- en ontwikkelbaden worden geanalyseerd.

Werkwijze

Het nauwkeurig afgewogen monstermateriaal (20-200 mg) wordt opgelost in salpeterzuur. De zilverionen die nu vrij in oplossing aanwezig zijn, worden door toevoeging van een keukenzoutoplossing (NaCl) gebonden tot zilverchloride. Dit slaat als vaste stof neer. De afname van vrije zilverionen in de oplossing gaat gepaard met een afname van de potentiaal van de oplossing. Dit wordt gemeten met een electrode. De afname van de potentiaal is het grootst op het moment dat precies alle zilverionen zijn gebonden. Dit wordt het equivalentiepunt genoemd en is tevens het eindpunt van de analyse. De hoeveelheid toegevoegde NaCl-oplossing bij het equivalentiepunt is maatgevend voor de hoeveelheid zilver die oorspronkelijk in de oplossing aanwezig was. Omdat de concentratie van de NaCl-oplossing nauwkeurig bekend is, kan uitgerekend worden hoeveel zilver in de monsteroplossing aanwezig was. Deze hoeveelheid zilver wordt gerelateerd aan het gewicht van het monstermateriaal. Met deze twee gewichten wordt het zilvergehalte berekend.







Inleiding (goud)

De cupellatie is al sinds enkele eeuwen de standaardmethode om het goudgehalte van een legering te bepalen. Deze in een internationale norm vastgelegde methode heeft een hoge nauwkeurigheid. De cupellatie wordt gebruikt als controle van ter keuring aangeboden goudlegeringen. Daarnaast kunnen ook gehaltebepalingen op bijv. baren en boorsels worden uitgevoerd.

Werkwijze cupellatie

Het monstermateriaal wordt nauwkeurig afgewogen. De hoeveelheid is afhankelijk van het opgegeven gehalte. Er wordt namelijk een hoeveelheid afgewogen die ca. 150 mg fijn goud bevat (voor 14 karaat goud ca. 256 mg). Het monstermateriaal wordt ingepakt in een afgepaste hoeveelheid lood. Vervolgens wordt dit op een magnesiumoxide blok (de cupel) gelegd in een oven met een temperatuur van 1050°C. Bij deze temperatuur zullen de onedele legeringsmetalen zoals koper en zink uit de legering oxideren, samensmelten met het lood en in de cupel worden geabsorbeerd. De edele metalen goud en zilver oxideren niet en blijven op de cupel als een bolletje achter. Dit bolletje wordt de koning genoemd. Na 17 minuten is het afdrijven, zoals het proces in de oven wordt genoemd, volledig en wordt de cupel uit de oven gehaald. De koning wordt gewalst tot een platte strip en daarna opgerold tot een rolletje, dat een cornet wordt genoemd. Het zilver wordt vervolgens gescheiden van het goud door de cornet uit te koken in salpeterzuur. Het zilver lost hierin op en het fijngoud blijft in cornetvorm over. De cornet wordt nauwkeurig gewogen. Deze hoeveelheid fijngoud wordt gerelateerd aan het gewicht van het monstermateriaal. Met deze twee gewichten wordt het goudgehalte berekend.

Werkwijze microcupellatie

Omdat de cupellatie een destructieve methode is, is de micro-cupellatie ontwikkeld. Hierbij is de beschreven methode dusdanig aangepast dat slechts 15-20 mg monstermateriaal nodig is. Dit maakt de micro-cupellatie een vrijwel non-destructieve methode met een meetonzekerheid die slechts iets minder is geworden als die van de gewone cupellatie (+ of - 0,6 delen goud per 1000 delen legering). Door de kleinere hoeveelheid monster-materiaal, is ook de totale behandelingstijd verkort.

 

gesponsord door;

 

Juli 01, 2011

 
 
   
 
 >
"; echo "\""

"; ?>
© Werner Nijman
contact de webmaster gesponsord door uw juwelier